Blog

11-09-2017

Beweegrichtlijnen 2017

 

Op 22 augustus 2017 heeft de Gezondheidsraad nieuwe Beweegrichtlijnen 2017 gepresenteerd. Deze richtlijnen vervangen de oude richtlijnen uit 1998: beweegnorm, fitnorm en combinorm.

 

Waarom zijn de nieuwe richtlijnen opgesteld?
De richtlijnen zijn aangepast aan nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en alle aspecten van bewegen zijn in één richtlijn verwerkt. Om deze richtlijnen vast te stellen zijn er verschillende onderzoeken gebundeld waarin gekeken is naar het effect van beweging en zitten op het voorkomen van sterfte en ziekten/aandoeningen.
Voldoende bewegen verkleint het risico op hart- en vaatziekten, diabetes en depressieve symptomen. Ook zijn er aanwijzingen dat het de kans op borst- en darmkanker zou kunnen verkleinen. Bij ouderen verlaagt bewegen bovendien het risico op botbreuken en verbetert het de loopsnelheid en spierkracht. Voor kinderen is bewegen belangrijk, omdat het onder meer de kans op depressieve symptomen vermindert en de botkwaliteit verbetert, net als de spierkracht en fitheid.

 
Wat zijn de nieuwe richtlijnen?
 
De beweegrichtlijn voor volwassenen en ouderen:
• Bewegen is goed, meer bewegen is beter.
• Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
• Doe minstens twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.
• Belangrijk: voorkom veel stilzitten.

 

De beweegrichtlijnen voor kinderen van 4 tot 18 jaar:
• Bewegen is goed, meer bewegen is beter.
• Doe minstens elke dag één uur aan matig intensieve inspanning. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
• Doe minstens drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten.
• Belangrijk: voorkom veel stilzitten.
Voor kinderen jonger dan vier jaar geven de beweegrichtlijnen, wegens gebrek aan onderzoek, geen advies. Voor hen is het belangrijkste dat ze gevarieerd bewegen en motorische vaardigheden aanleren.

 

Er wordt gesproken over spier- en botversterkende en balansoefeningen. Wat houden deze dan in?
Botversterkende activiteiten = krachttraining en activiteiten waarbij het lichaam met het eigen gewicht wordt belast:
– springen, gewichtheffen, traplopen, wandelen, hardlopen en dansen.
Spierversterkende activiteiten (krachttraining of de combinatie van kracht- en duuractiviteiten) = activiteiten om kracht, uithoudingsvermogen en omvang van de spieren te verbeteren:
– krachttrainingoefeningen met eigen lichaamsgewicht en duuractiviteiten als fietsen en zwemmen.
Balansoefeningen = oefeningen gericht op het verbeteren van de balans terwijl iemand staat of beweegt:
– op één been staan of een voorwerp van de grond oprapen, yoga, ballet, TaiChi, of turnen.

 

Om deze nieuwe Beweegrichtlijnen in je dagelijkse werk- en gezinsleven in te passen is het belangrijk dat de activiteit die je kiest leuk is, je moet het vol kunnen houden. Tevens moet het binnen de tijdsplanning en het budget vallen.